Andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen
Op deze pagina snel naar:
- Wat zijn andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen?
- Symptomen van andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen
- Lichamelijke klachten bij andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen
- Behandeling van andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen
Wat zijn andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen?
Onder de categorie Other Specified Feeding or Eating Disorder (OSFED), ofwel een andere gespecificeerde voedings- of eetstoornis vallen eetproblemen die niet volledig voldoen aan de criteria van een specifieke eetstoornis. Hoewel de symptomen niet exact in een van deze categorieën passen, veroorzaken ze wel ernstige lijdensdruk en hebben ze een grote impact op het dagelijks leven.
Voorbeelden van andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen zijn:
- Eetbuistoornis met lage frequentie: De eetbuien komen minder vaak voor dan één keer per week of duren korter dan drie maanden.
- Boulimia nervosa met lage frequentie: De kenmerken van boulimia zijn aanwezig, maar eetbuien en compensatiegedrag komen minder vaak voor of zijn minder langdurig.
- Nachtelijk eetsyndroom: Hierbij eet je grote hoeveelheden voedsel na het avondeten of sta je ’s nachts op om te eten.
- Eetstoornis na bariatrische chirurgie: Na een maagverkleining kunnen er verstoorde eetpatronen ontstaan, zoals moeite met het reguleren van eetlust of het ontwikkelen van eetbuien.
- Voedingsstoornissen die niet volledig voldoen aan ARFID: Bijvoorbeeld selectief eetgedrag of angst rondom eten die niet binnen de ARFID-criteria passen, maar wel ernstige gevolgen hebben.
Naast deze voorbeelden zijn er ook eetproblemen die niet direct herkenbaar zijn als een specifieke stoornis. Denk aan rituelen rondom eten, angst om in gezelschap te eten of het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen.
Symptomen van andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen
De symptomen van OSFED kunnen sterk variëren, afhankelijk van de specifieke klachten. Veelvoorkomende signalen zijn:
- Terugkerende eetbuien, maar met een lagere frequentie
- Compensatiegedrag zoals braken of overmatig sporten, maar minder regelmatig
- Het ontwikkelen van specifieke rituelen rondom eten
- Angst of schaamte om in gezelschap te eten
- Het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen zonder medische oorzaak
- Nachtelijk eten of oncontroleerbare drang om te eten buiten de maaltijden om
- Verstoorde eetpatronen na bariatrische chirurgie, zoals moeite met het reguleren van eetlust of eetbuien na de ingreep.
Hoewel deze symptomen niet altijd voldoen aan de diagnostische criteria van een specifieke eetstoornis, hebben ze wel een grote invloed op het emotionele welzijn en sociale functioneren.
Lichamelijke klachten bij andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen
De lichamelijke gevolgen van OSFED kunnen lijken op die van andere eetstoornissen. Veelvoorkomende klachten zijn:
- Gewichtsproblemen zoals overgewicht of ondergewicht
- Spijsverteringsklachten zoals een opgeblazen gevoel of maagpijn
- Vermoeidheid door een tekort aan essentiële voedingsstoffen
- Gebitsproblemen bij compensatiegedrag zoals braken
- Slaapproblemen door nachtelijk eten
Deze klachten laten zien dat ook minder duidelijke eetstoornissen serieuze gevolgen kunnen hebben voor de lichamelijke gezondheid.
Behandeling van andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen
Bij Co-eur behandelen we OSFED op basis van de voedings- of eetstoornis waar deze het meest op lijkt. We richten ons niet alleen op het eetgedrag zelf, maar kijken ook naar de onderliggende oorzaken en bijkomende klachten. Met onze behandeling werken we aan blijvend herstel en verkleinen we de kans op terugval.
Onze behandeling richt zich op:
- Het verbeteren van je eetpatroon en het doorbreken van moeilijke gewoontes
- Het leren omgaan met situaties die eetproblemen uitlokken
- Het behandelen van psychische klachten, zoals depressie, angst, trauma of persoonlijkheidsproblematiek
Onze aanpak is multidisciplinair en volledig afgestemd op jouw persoonlijke situatie. Samen werken we aan herstel en verkleinen we de kans op terugval.